‘Wij willen nog geen samenlevingscontract’
Pensioenpraat

Robbertine van der Werff (25) is in maart begonnen als managementtrainee op het hoofdkantoor van Ahold Delhaize.
Sinds kort woont ze samen met haar vriend. Ze huren samen een huis in Amsterdam.
'Je wilt er later warmpjes bijzitten'

Waarom wilde je bij Ahold Delhaize werken?
‘Ik vind de retail leuk en Ahold Delhaize is tastbaar. Iedereen weet wat het is. Nu werk ik op het hoofdkantoor bij Rewards. Dat gaat over arbeidsvoorwaarden, bijvoorbeeld benefits, zoals de Appie Deals en het medewerkersvoordeelplan, en de CAO. Ik blijf een jaar op het hoofdkantoor. Daarna ga ik een jaar in een winkel werken als assistent-supermarktmanager. In het derde jaar ga ik me verder ontwikkelen. Ik weet nog niet wat ik dan ga doen. De combinatie van hoofdkantoor en winkel vind ik erg leuk.’
Weet je dat je je vriend kunt aanmelden bij het pensioenfonds?
‘Ja, dat is verstandig als je samenwoont. Dat heb ik van collega’s gehoord. Want dan is er ook pensioen voor je partner als je overlijdt. Om je partner aan te melden moet je een samenlevingscontract hebben. Dat willen we nu nog niet. We wonen nog maar net samen. We hebben een gezamenlijke bankrekening waar we elke maand allebei geld op storten voor de huur. Dat is het enige wat we officieel geregeld hebben. Ik denk dat dat over een jaar of vijf anders is. Als je 30 bent ga je misschien trouwen en kinderen krijgen. Dan wil je natuurlijk dat alles goed geregeld is voor je man en kinderen als jou iets overkomt. Wij zitten nog net in de fase daarvoor.’
Hoe vind je het dat je pensioen opbouwt?
‘Heel prettig. Je voelt het niet, maar ongemerkt wordt er een heel grote spaarpot opgebouwd. Ik vind het fijn dat dat automatisch gebeurt. Mijn vriend bouwt ook pensioen op. Bij zzp’ers is dat anders. Mijn zus is zzp’er. Zij moet het zelf regelen. Maar pensioen is voor mij nog heel ver weg, al denk ik wel dat het goed is dat alle generaties er bij stil staan. Je wilt er later warmpjes bij zitten. Daar moet je niet pas over gaan nadenken als je oud bent. Maar het is in mijn vriendenkring geen gespreksonderwerp. Dat ik er wel iets van weet komt door mijn werk.’